Romans - Delle Weel Anjet Daanje
anderen, alsof ze wordt gadegeslagen, net als Delle die zelfs als ze in bed ligt een camera aan haar voeteneinde weet. Gadegeslagen en begrepen. Ze weet dat het belachelijk pathetisch is. Maar het is bijna middernacht in haar eigen restaurant. Het geeft niet. Niemand merkt het.
Op de stoel die ze bij de werktafel voor de groenten neerzet kijkt ze naar wat zich in een andere, niet-bestaande keuken afspeelt. Het is niet haar keuken, niet haar restaurant dat aan de concurrent moet worden verkocht. Het is toeval dat de aflevering eindigt met Selwyn die in die andere schemerige eetzaal ook de kaarsen uitblaast en de stoelen op de tafels zet, met Delle die eenzaam in die andere koude, brandschone keuken ook aan een werkbank gaat zitten en een glas wijn neemt. Maar het is alsof Fyne zichzelf krijgt verteld. Bij haar was het niet in de keuken, na sluitingstijd. Haar toenmalige maître, Job Dupré, nodigde haar heel hoffelijk uit voor een etentje bij hem thuis. Tijdens het nagerecht van frambozen met sabayon, dat zij hem had leren maken, vertelde hij haar dat hij een
restaurant in Frankrijk ging beginnen. Hij vroeg het niet, hij suggereerde het alleen. Hij had een goede chef-kok nodig, zei hij. Hij bedoelde haar. Ze waren niet getrouwd, zoals Delle en Selwyn, ze hadden niet eens een relatie, zouden die waarschijnlijk ook nooit krijgen. Fyne wilde heel graag mee, ze zou hem naar de andere kant van de wereld volgen om bij hem te kunnen zijn, hoewel ze hem dat nooit zou vertellen. Ze moest wel weigeren. Ze zou zichzelf niet meer onder ogen durven komen als ze De Fyne keuken zou opgeven voor een dwaze verliefdheid. Ze heeft nooit aan de juistheid van haar beslissing getwijfeld. Maar nu ze Delle aan de werktafel in haar keuken ziet zitten, geschokt dat Selwyn haar dwingt om te kiezen tussen haar huwelijk en haar restaurant,
denkt ze dat ze had kunnen gaan. Delle zou naar Frankrijk zijn gegaan, denkt ze. Ze weet ineens niet meer waarom ze zo zeker wist dat ze hier moest blijven, bij het restaurant dat haar gasten alles geeft waarvan ze dromen, maar dat al haar dromen heeft
II-153 II-154