Romans - Veelvuldig en alleen Anjet Daanje
moet trappelen om boven te blijven. Hij ziet de losse bandjes van Floors bikini als levend zeewier in het water warrelen. Hij ziet hoe ze haar arm over haar borst heeft gekruist om het kledingstuk op zijn plaats te houden. Hij ziet haar blote benen spartelen in een poging Justins schenen pijnlijk te raken. En hoewel hij het tafereel bekijkt vanuit het perspectief van een buitenstaander, is hij tegelijkertijd Justin. Hij voelt zijn armen rond Floors middel, vlak onder haar borsten, op de plaats waar haar naar adem happende buik in haar ribbenkast overgaat. Haar zachte huid intiem en tegelijkertijd onbeduidend tegen de zijne. Ze spelen dat ze weer zeven zijn. Maar net niet overtuigend genoeg.
‘Justin!’ brult Daan boven het geluid van de wind en de golven uit. ‘Hé, Justin!’
Floor hoort hem, en zwaait met haar vrije arm. ‘Au secours!’ roept ze komisch.
Daan rent naar de plaats waar het pad dat hij eigenlijk had moeten hebben, afdaalt naar het strand. Tegen de tijd dat hij hijgend aan de waterkant staat, heeft Floor haar bikini weer onder
controle en legt Justin zijn witte korte broek op de rotsen te drogen. Ze blijven een uurtje aan zee, dan kleden ze zich weer aan. Justin trekt zijn nog vochtige shorts over zijn natte zwembroek aan, en omdat op weg naar huis blijkt dat Floor de paarse orchideeën langs het pad zo mooi vindt, klautert hij voor haar op het muurtje en plukt er een paar. Wanneer hij weer naar beneden springt, is zijn korte broek nauwelijks meer wit te noemen, maar hij doet hem de drie daaropvolgende dagen toch weer aan, totdat Machteld hem min of meer dwingt om hem af te staan en hem in de wasmachine stopt.
© Anjet Daanje, 2003 
II-65 II-66