Recensies - Het lied van ooievaar en dromedaris Anjet Daanje
om van alles te verzinnen. Ik heb mijn eigen leven, natuurlijk, maar in een boek beleef ik intens de dingen die mijn personages meemaken. Even wordt een boek mijn tweede leven.’
Enthousiast: ‘In fictie mag alles! Het is iets heel wonderbaarlijks, dat schrijven. Je zet tekentjes op papier, degene die het leest interpreteert het en voelt er iets bij, ook al is de schrijver, zoals Emily Brontë, al 180 jaar dood. Een tijdmachine!’
Het leuke aan uw manier van vertellen is dat die heel associatief en grenzeloos is, zoals kinderen doen. Het is een soort vragen en redeneren in een. Hebt u dat altijd gehad?
Ja, ik heb dat altijd gehad en ik denk ook dat je dat kinderlijke moet behouden. Het is zonde dat je die fantastische ideeënrijkdom die kinderen hebben met het verstrijken van de tijd verliest. Ik denk dat mijn ouders ons gestimuleerd hebben dat voorstellingsvermogen te behouden. [...]
Nu ze Het lied van ooievaar en dromedaris heeft voltooid, is ze even vrij. Ze heeft nog geen nieuw
idee. Lastig, vindt ze, maar ze maakt zich er niet al te druk om, want soms schiet haar zomaar iets te binnen als ze met haar hond wandelt, als ze haar aantekeningenboekje doorbladert, een krantenartikel leest of Wuthering Heights herleest.
Toch weer Wuthering Heights. Bewondert u Emily Brontë?
‘Ik ben niet zo goed in bewonderen, maar Emily Brontë bewonder ik misschien wel, omdat ze een afwijkend boek heeft geschreven en iets heel eigens heeft. Ik voel me met haar verwant en ik ben een beetje van haar gaan houden, zoals ik ook van mijn personages houd, met dit verschil dat Emily Brontë een echt bestaand persoon is geweest.’
Uw boek speelt zich grotendeels af in Engeland. Bent u er geweest?
‘Ik was het van plan, maar door corona kon het niet. Internet is fantastisch, ik weet precies hoe het er daar uitziet.’
Hoe bestaat het, alles verzonnen. Kunt u iets zeggen over hoe u te werk gaat?
V-473 V-474