Recensies - Het lied van ooievaar en dromedaris Anjet Daanje
één uit: die van Phoebe Selena Goodman-Deering (1863-1912) [...] Dit verhaal stipt nog een thema aan van deze razend knap gecomponeerde roman: de symbiotische, soms seksuele verhouding tussen zussen, die vaak in één bed slapen zoals vroeger gebruikelijk was. Vrouwen kunnen in de victoriaanse tijd zelden hun eigen leven in handen nemen. Altijd zijn ze afhankelijk van hun vader, hun man, hun beschermer die hun bezittingen beheert en daarmee hun leven dicteert. Deze geestelijke gevangenschap leidt tot heel wat neuroses.
Symbiose, verterende liefdesverlangens, huwelijken en overlijdens, de onvermijdelijke aankondiging van de dood met een rinkelend belletje: Daanje’s roman laat de lezer diep de negentiende eeuw induiken. Ze bootst de wat afstandelijke, alwetende schrijfstijl van de Brontës verbluffend eigenzinnig na. [...]
Tegelijkertijd is het boek volstrekt eenentwintigste-eeuws, bijvoorbeeld in alle spiegelingen, gedachten over tijd en relativiteit, en manuscripten. Een unieke
symbiose tussen de romantiek en het postmodernisme, zoals ik er maar weinig ken in de Nederlandstalige literatuur. Aan Julian Barnes moest ik soms denken, aan A.S. Byatt en Hilary Mantel.
Het lied van ooievaar en dromedaris – voor een verklaring van de titel zie pagina 419 en 528– sleept mee en vraagt tegelijkertijd iets van de lezer. Het is heerlijk om te proberen de puzzel te leggen, de verbanden te zien, de objecten te detecteren die ineens in een andere eeuw na honderden pagina’s weer opduiken, en om te peinzen over alle stof tot denken die Daanje biedt. Een rijk boek om meteen al na eerste lezing te herlezen.

Waardering: *****

Lees het volledige artikel op een andere website.
V-525 V-526