Recensies - Het lied van ooievaar en dromedaris Anjet Daanje
maar een vergaarbak eigenmachtig aaneen gecomponeerde loeispannende verhalen. Als gevolg van de subtiele, constante ontregeling kijk je anders aan tegen begrippen als tijd, ruimte en werkelijkheid.
Wonderlijk snel gaat alles bij haar, als in een ademtocht. Geboorte en dood doen haasje-over. Er was eens… zolang het duurt. Tijd is drijfzand. Iets verandert onder je ogen in iets anders. In een paar bladzijden ontvouwen zich levens die vervolgens kantelen en zich in gespiegelde of afgeleide vorm herhalen. Toch maak je de gebeurtenissen stap voor stap mee, als een schildpad die z’n eigen gang niet overziet. Je leeft en lijdt mee, duizelig van alle verbeelding.
Dat snelle en trage ineen bereikt de schrijfster door almaar in en uit te zoomen. Ze is stuwend en niet vies van inversie en melodrama, wat de lezer over grote denklijnen jaagt en tegelijk grossiert ze in concrete details die vanwege de herhaling dat stuwende ook weer versterken. Je hebt alle bladzijden nodig om te ervaren hoe enorm de
meerwaarde van de som der delen is. [...]
Doorlezen is het devies, vertrouw de schrijfster: ze zal iets met de rafels en raadsels doen. Vermaak je en huiver! Over de delen heen vermoed je een overkoepelende visie, de oogst zal schitterend zijn. [...]
Al doorlezend werd me echter duidelijk dat de frictie passiviteit-activiteit wellicht juist het hoofdthema in deze Daanje is: al haar hoofpersonages verlangen naar overgave, aan de natuur, aan een grote liefhebberij (denk aan de piano), aan de ander, met name aan de zuster, aan de geestverwant. Tegelijk wordt gehunkerd naar inzicht, overzicht, eigen perspectief. Er wordt naar adem gesnakt. In het boek is die tijdloze tegenstrijdigheid origineel en razendknap uitgewerkt, zie je ineens. […]

Lees het volledige artikel op een andere website.
V-569 V-570