Romans - De herinnerde soldaat Anjet Daanje
minutenlang probeert weg te praten en die ze zich tot het eind van haar leven zal blijven herinneren, dringt zich beklemmend aan hem op, niets heeft hij gedaan, alleen hier gezeten en op haar gewacht, en hij is niemand, hij bestaat niet en toch is het blijkbaar mogelijk dat hij de verkeerde is, en hij zegt tegen haar dat het hem spijt, en haar woordenvloed stopt onthutst en ze keert zich half naar hem toe, maar ze durft het niet aan en haar blik raakt zijn linkeroor en maakt dan haastig rechtsomkeert, alsof hij de materialisatie van haar grootste nachtmerrie is, en hij zwijgt en buigt zijn hoofd en hij tuurt naar het tegelpatroon en hij probeert haar en haar leed te vergeten.
En het duurt lang voordat ze gaat, dokter De Moor doet verschillende pogingen om het gesprek beleefd af te kappen, maar ze blijft maar praten, en niet eenmaal wendt ze zich tot Noen, voor wie ze was gekomen, ze is bang voor hem en tegelijkertijd durft ze het idee dat hij haar Kamiel zou zijn niet op te geven en zich zonder de illusies van een uur geleden aan de dag uit te leveren, en ze praat maar
door, ze praat maar door. En uiteindelijk zegt dokter De Moor dat de volgende vrouw op hem zit te wachten, en ze zwijgt geschokt, de volgende vrouw, en even gelooft Noen dat ze zal gaan huilen, ze vertrekt haar gezicht in een gepijnigde grimas, en hij kan haar verdriet niet aanzien, hij gaat op de stoel zitten en steunt zijn hoofd in zijn handen en pas als hij de deur hoort sluiten durft hij op te kijken, en ze is weg, en het is alsof ze zijn verlangens met zich mee heeft genomen, de stille tuin in de regen is verdwenen, de wereld buiten de muren, de volgende vrouw, en hij wacht.
© Anjet Daanje, 2019 
II-193 II-194